Zonwaarnemingen
Het wolfgetal wordt maandelijks door Bart Taillieu bepaald. Dit gebeurt door het dagelijks, in de mate van het mogelijk, tellen van de zonnevlekken.
Hieronder foto's van zonnevlekken genomen door Bart.
Hieronder foto's van zonnevlekken genomen door Bart.
De fotosfeer van de Zon heeft normaal een temperatuur van 6000 Kelvin. Diverse oorzaken kunnen aanleiding geven tot 'koelere' gebieden met temperaturen van 4500 tot 5500 Kelvin. Die tekenen zich af als een meer donker gebied in de heldere omgeving, je neemt een zonnevlek waar. Omdat de Zon steeds in beweging is, hete gasbellen stijgen en koele dalen, zijn zonnevlekken tijdelijke verschijnselen. De kleinste zonnevlekken kunnen soms een levensduur hebben van slechts enkele uren, de grotere van meerdere dagen tot weken. De grote vlekken vertonen een donker binnendeel, umbra genoemd en een lichter buitendeel penumbra genoemd. In de penumbra kan je onder goede omstandigheden vaak strukturen zien die net op strepen lijken en naar de rand van de vlek toe lopen, die heten 'striae'. Zonnevlekken komen meestal in groepen voor. Grotere groepen hebben daarbij dikwijls een vorm die uitgerokken is in de rotatierichting van de Zon.
In samenhang met zonnevlekkengroepen spelen zich in andere lagen van de Zon allerlei fenomenen af zoals protuberansen. Om die te observeren heb je hulpmiddelen nodig zoals een H-alpha filter, of tijdens een totale zonsverduistering.
Coronado kijker van Bart met H-alpha filter:
In samenhang met zonnevlekkengroepen spelen zich in andere lagen van de Zon allerlei fenomenen af zoals protuberansen. Om die te observeren heb je hulpmiddelen nodig zoals een H-alpha filter, of tijdens een totale zonsverduistering.
Coronado kijker van Bart met H-alpha filter:
Het wolfgetal wordt als volgt berekend: R = k.(10.G + F)
Waarbij G = het aantal op de zonneschijf voorkomende groepen. Een geisoleerde vlek wordt als groep aanzien.
F = het totaal op de zonneschijf voorkomende vlekken. Hiervoor telt men de umbra's. Verschillende umbra's binnen een penumbra dienen afzonderlijk te worden geteld.
k = correctiefactor.
Waarbij G = het aantal op de zonneschijf voorkomende groepen. Een geisoleerde vlek wordt als groep aanzien.
F = het totaal op de zonneschijf voorkomende vlekken. Hiervoor telt men de umbra's. Verschillende umbra's binnen een penumbra dienen afzonderlijk te worden geteld.
k = correctiefactor.